Een hart kan je op de goede plaats hebben Zo ook op de lippen of de tong Soms zinkt het in de schoenen Of wordt het onder de riem gestoken
Over een hart kan je strijken met je hand Op een hart kan je iets drukken Een hart kan je luchten, vasthouden, uitstorten en toedragen Het hart kan bloeden, veroverd worden of worden verscheurd
Een hart kan van goud zijn, van steen of van hout Het kan warm zijn en goed Klein, groot of een moordkuil Of vol – de mond loopt er dan van over
Soms kun je iets niet over je hart verkrijgen of slaat de schrik je om het hart Haal dan je hart op aan iets leukers Of breng iemand terug in het oog, dus in het hart
Wees iets in hart en nieren Heb hart voor iets, al is het de zaak Stort je ergens in met hart en ziel en vergeet niet te delen: “hartjes aan iedereen!”
Afstandsblok
Hier staat echt wat
Er staan weer nieuwe limericks en haiku op de betreffende pagina’s. Ook ben ik aan het experimenteren met andere dichtvormen. Zoals een vrije vorm voor het gedicht hierboven. Maar ook een 3×3+2 dichtvorm naar Drs. P. Net als de haiku en veel van de limericks vormt een nieuwsbericht of eigen foto het vertrekpunt. Deze gedichten krijgen een plek op de pagina: (di)verse gedichten.
Bijna wekelijks schreef ik vanaf januari een blog. Die frequentie was én is geen doelstelling. Wat dat betreft pak ik mijn blog heel agile aan: wendbaar, al doende meebewegend met veranderingen. Agile: een term die binnen veel bedrijven gebezigd wordt, vaak in combinatie met scrummen, sprints en lean. Iets dat prima werkt bij softwareontwikkeling, maar in mijn beleving wat minder geschikt is voor de harde werkelijkheid.
We zijn de afgelopen weken flink aan het coronaklussen geslagen. De geplande uitbouw aan de achterzijde van ons huis zijn we zelf aan het uitvoeren. Dat gaat geheel volgens de richtlijn van Pippi Langkous “Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan” (Hoewel het de vraag is of dit wel een quote van Astrid Lindgren is). Maar we gingen wel heel doelgericht aan de slag. En heel goed voorbereid. De betonnen fundering hebben we met hulp van lieve vrienden gestort. Met hen hebben we een soort corona-bloedbroederschap ondertekend – anderhalve meter afstand houden bij deze werkzaamheden zou niet lukken.
Zelf werk ik nog steeds liever doelgericht en project- en procesmatig. Dat betekent niet dat er niets kan veranderen, maar wel dat er meer structuur in zit. En dat ik gerichter mijn leerpunten benoem. Voor mijn werk ben ik veel bezig met procesbeschrijvingen.En die beroepsdeformatie neem je blijkbaar mee in je privéleven. Met mijn beroepsdeformatie-bril zag ik de volgende activiteiten:
Naam proces: Zelf fundering storten Twee processtappen: 1.1 Beton mixen en 1.2 Beton storten
1.1 Beton mixen Rol: Team Droog alias team Stof alias team Squat Input: 5260 kg betonmix (in zakken van 20 kg) Activiteiten: – Zakken van pallets voor het huis naar werkruimte achter het huis plaatsen – door woning heen – afstand circa 15 meter -Voorraadbeheer in stapels van 5 zakken -Per batch 5 zakken klaarzetten en open snijden -Zakken in betonmolen leegschudden -Betonmolen draaiend houden en andere elektrische zaken -Afval verwerken -Opruimen Output: Betonmix in draaiende betonmolen Overdracht: Kwaliteitsborging Samen met dienstdoende lid van team Stoer de kwaliteit en kwantiteit van de inhoud van de betonmolen keuren Mondelinge overdracht
1.2 Beton storten Rol: Team Nat alias team Stoer alias team Biceps Input: 530 liter water (10 liter water per batch) en output van stap 1.1 Activiteiten: –Water tappen en in betonmolen gieten -Tijd bewaken -Betonmix uit molen in kruiwagen gieten -Kruiwagen naar juiste plek in het werk rijden -Storten -Harken -Trilnaald alias 1,5-meter-vibrator gebruiken -Vlinderen/iets met een rei-lat -Schoonmaken
Output: ! Een prachtige fundering voor onze nieuwe badkamer ! Een full body work-out voor iedereen ! Een voldaan gevoel ! Een vinkje op de bucket list bij ‘zelf beton storten’ ! Twee dagen spierpijn
In het pinksterweekend met z’n tweeën de opstaande randen (fundering voor de wanden) gemaakt. En op dat moment doe je gewoon allebei alles. Weg procesgericht werken. Weg starre taakverdeling. Heel agile dus misschien wel! We hebben nu een mooi grijs betonnen zwembad in onze tuin 😊.
Ook het zien van gezichten gaat gewoon door tijdens het klussen. Voor de grootste lading hebben we een betonmolen gehuurd. Daar was duidelijk een leeuw in te herkennen, mede door de knaloranje kleur van de molen. Voor de tweede – in volume veel kleinere – lading, hebben we een betonmixer en een speciekuip gebruikt. Deze mixer was een soort olifant met een knoop in z’n slurf. Als je dan ook in je hoofd niet op kan houden met associëren en spelen met taal, dan komt alles samen: Een haiku over The concrete jungle:
Naast het coronaklussen, het volgen van een schermdieet en het genieten van het mooie weer, heb ik ook een workshopserie creatief schrijven gevolgd. En zijn er een meerdere nieuwe limericks en haiku ontstaan! De limericks staan hier. En voor de haiku heb ik ook een aparte pagina aangemaakt: Mijn website is dus wel heel agile – zeker niet in beton gegoten!
Er is een wereldwijde pandemie. Dat klinkt als een oosters gerecht – en zo is het mogelijk wel ontstaan – maar het is niet onschuldig. COVID-19, of coronavirus zoals het hardnekkig genoemd blijft worden, grijpt wereldwijd om zich heen. Overal is in de eerste fase exponentiële groei van het aantal zieken en doden geconstateerd. De meeste maatregelen zijn gericht op ‘flatten the curve‘ – niet gericht op het voorkomen, maar op het spreiden van de ziektegevallen in tijd.
Wekenlang leek het coronanieuws het enige te zijn wat gedeeld werd. Teletekstpagina 101 stond van boven tot onder gevuld met coronanieuws, in de krant kwam pas op pagina 12 het eerste nieuws dat niets te maken leek te hebben met het virus en het achtuurjournaal kwam soms helemaal niet met andere onderwerpen. Terwijl de nieuwswaarde van de meeste berichten twijfelachtig is.
Er was één uitzondering. En niet alleen in het jeugdjournaal, maar in alle media: de zwangere reuzenpanda in Ouwehands Dierenpark in Rhenen. In januari kwamen de expliciete filmpjes van de parende panda’s. Daar was wel wat moeite voor nodig geweest: veel tijd, veel geduld, maar ook pandaporno om ze aan te moedigen. Pandaporno… ook Youp van ’t Hek vond het een intrigerend woord!
Pandaseks is namelijk iets bijzonders. Niet de daad zelf, maar de frequentie van het geheel. Panda’s zijn heel kritisch in hun partnerkeuze en vrijen niet vrijwillig lijkt het. Niet voor niets wordt in studentenkringen gesproken over pandapunten. Nou ja, in ieder geval werd dat in mijn studententijd gebruikt om aan te duiden dat iemand al geruime tijd geen seks had gehad. De Speld kwam in het begin van de Coronacrisis dan ook met een prachtig nepnieuws-bericht: “Kabinet komt studenten tegemoet: telling van pandapunten tijdelijk versoepeld“. Hierdoor krijg je niet een pandapunt per seksloze maand, maar een per twee seksloze maanden. Een heerlijk kulbericht natuurlijk, maar tegelijkertijd is daten in tijden van Corona vrijwel onmogelijk. Anderhalve meter afstand is prima voor een eerste afspraak, maar de meeste relaties hebben wat meer toenadering nodig. Het lelijke woord ‘huidhonger’ is niet voor niets bedacht. En het is nog niet zo dat de coronatest al in het SOA-testpakket zit.
In april kwam het woord kraamhol opeens in het nieuws. Panda Wu Wen zou zich hebben verstopt in de kamer waar ze ongestoord zwanger kan zijn. Daar werd direct in een disclaimer bij vermeld dat dit nog niet betekent dat ze ook daadwerkelijk zwanger is. Toch werd dit pandanieuws breed uitgemeten. Het ontlokte Serge en mij deze limerick:
En toen bracht de dierentuin HET pandanieuws tussen het pandemienieuws naar buiten op zaterdag 2 mei: er is een pandababy! Op schimmige beelden is een klein frummeltje in de bek van de pandabeer te zien. Beelden van andere jonkies laten zien dat een pandababy een verrassend klein, weerloos wezentje is, dat een beetje lijkt op Pinky (de zeester in Spongebob verhalen).
Het geslacht is nog onbekend, dus er is ook nog geen naam. Maar ik verwacht geen Klaas of Margreet – de babypanda is namelijk Chinees en gaat over vier jaar naar een andere locatie in dit wereldwijde fokprogramma. Een programma dat probeert de Reuzenpanda van uitsterven te behoeden door de panda’s over de wereld te verdelen.
Wel een heel interessant verdienmodel hebben de Chinezen bedacht: je moet veel geld betalen om de panda’s te mogen leasen, doel is zoveel mogelijk nakomelingen produceren, die dan eigendom van China zijn en na 15 jaar moeten de panda’s weer terug naar China. Het Jeugdjournaal legt het helder uit. En Ouwehands Dierenpark heeft ooit berekend dat die kosten opwegen tegen de extra bezoekers en landelijke aandacht. En hoewel je nu niet naar de dierentuin kan, presteren ze inderdaad veelvuldig in het nieuws te zijn en introduceren ze nieuwe woorden als pandaporno en kraamhol.
Pandanieuws tijdens een pandemie: ik vind het welkom komkommernieuws in tijden van corona.
Recente reacties