Tag: beroepsdeformatie

(Niet) in beton gegoten

Bijna wekelijks schreef ik vanaf januari een blog. Die frequentie was én is geen doelstelling. Wat dat betreft pak ik mijn blog heel agile aan: wendbaar, al doende meebewegend met veranderingen. Agile: een term die binnen veel bedrijven gebezigd wordt, vaak in combinatie met scrummen, sprints en lean. Iets dat prima werkt bij softwareontwikkeling, maar in mijn beleving wat minder geschikt is voor de harde werkelijkheid.

We zijn de afgelopen weken flink aan het coronaklussen geslagen. De geplande uitbouw aan de achterzijde van ons huis zijn we zelf aan het uitvoeren. Dat gaat geheel volgens de richtlijn van Pippi Langkous “Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan” (Hoewel het de vraag is of dit wel een quote van Astrid Lindgren is).
Maar we gingen wel heel doelgericht aan de slag. En heel goed voorbereid. De betonnen fundering hebben we met hulp van lieve vrienden gestort. Met hen hebben we een soort corona-bloedbroederschap ondertekend – anderhalve meter afstand houden bij deze werkzaamheden zou niet lukken.

Zelf werk ik nog steeds liever doelgericht en project- en procesmatig. Dat betekent niet dat er niets kan veranderen, maar wel dat er meer structuur in zit. En dat ik gerichter mijn leerpunten benoem. Voor mijn werk ben ik veel bezig met procesbeschrijvingen.En die beroepsdeformatie neem je blijkbaar mee in je privéleven. Met mijn beroepsdeformatie-bril zag ik de volgende activiteiten:

Naam proces: Zelf fundering storten
Twee processtappen: 1.1 Beton mixen en 1.2 Beton storten

1.1 Beton mixen
Rol: Team Droog alias team Stof alias team Squat
Input: 5260 kg betonmix (in zakken van 20 kg)
Activiteiten:
– Zakken van pallets voor het huis naar werkruimte achter het huis plaatsen – door woning heen – afstand circa 15 meter
-Voorraadbeheer in stapels van 5 zakken
-Per batch 5 zakken klaarzetten en open snijden
-Zakken in betonmolen leegschudden
-Betonmolen draaiend houden en andere elektrische
zaken
-Afval verwerken
-Opruimen
Output:
Betonmix in draaiende betonmolen
Overdracht: Kwaliteitsborging
Samen met dienstdoende lid van team Stoer de kwaliteit en kwantiteit van de inhoud van de betonmolen keuren Mondelinge overdracht

1.2 Beton storten
Rol: Team Nat alias team Stoer alias team Biceps
Input: 530 liter water (10 liter water per batch) en output van stap 1.1
Activiteiten:
Water tappen en in betonmolen gieten
-Tijd bewaken
-Betonmix uit molen in kruiwagen gieten
-Kruiwagen naar juiste plek in het werk rijden
-Storten
-Harken
-Trilnaald alias 1,5-meter-vibrator gebruiken
-Vlinderen/iets met een rei-lat
-Schoonmaken

Output:
! Een prachtige fundering voor onze nieuwe badkamer
! Een full body work-out voor iedereen
! Een voldaan gevoel
! Een vinkje op de bucket list bij ‘zelf beton storten’
! Twee dagen spierpijn

In het pinksterweekend met z’n tweeën de opstaande randen (fundering voor de wanden) gemaakt. En op dat moment doe je gewoon allebei alles. Weg procesgericht werken. Weg starre taakverdeling. Heel agile dus misschien wel! We hebben nu een mooi grijs betonnen zwembad in onze tuin 😊.

Ook het zien van gezichten gaat gewoon door tijdens het klussen. Voor de grootste lading hebben we een betonmolen gehuurd. Daar was duidelijk een leeuw in te herkennen, mede door de knaloranje kleur van de molen. Voor de tweede – in volume veel kleinere – lading, hebben we een betonmixer en een speciekuip gebruikt. Deze mixer was een soort olifant met een knoop in z’n slurf.
Als je dan ook in je hoofd niet op kan houden met associëren en spelen met taal, dan komt alles samen: Een haiku over The concrete jungle:

Naast het coronaklussen, het volgen van een schermdieet en het genieten van het mooie weer, heb ik ook een workshopserie creatief schrijven gevolgd. En zijn er een meerdere nieuwe limericks en haiku ontstaan! De limericks staan hier. En voor de haiku heb ik ook een aparte pagina aangemaakt: Mijn website is dus wel heel agile – zeker niet in beton gegoten!

WC-papier besparen

“Dus je veegt, je kijkt en je denkt ‘Ik denk dat ik het wel heb!'”

Cabaretier Kasper van der Laan legt begin december aan Matthijs van Nieuwkerk in de uitzending van De Wereld Draait Door zijn ontdekking uit:

“Je veegt en dan kijk je – daar gaan we eerlijk over zijn: dat doen we allemaal. […] Jij veegt je billen […] je kijkt; het papier is schoon. Dan weet je: het papier is schoon, dan zijn mijn billen ook schoon. […] Maar dan wáren je billen al schoon, je veegt dus altijd één keer te vaak. Maar de echte vraag is: durf je het er op te gokken? […] Weet je hoeveel papier we kunnen besparen?”

Een ongemakkelijke waarheid!

Blijkbaar zijn er meer cabaretiers bezig met het besparen van wc-papier. In de OneWorld van september 2019 stond een interview met Hans Dorrestijn en zijn dochter Kirsten over duurzaam gedrag. De titel was “halfje wc-papier”.

Hij: “Ik snapte nooit waarom er in jullie toiletrol altijd een half velletje wc-papier gefrommeld zat. Hij bleek zijn stengel na het plassen steeds met maar een half velletje droog te maken!” Zij: “Hij doet het eigenlijk met een kwart velletje.” Hij: “Oh, zo ver ben ik nog niet.”

Wc-papier besparen is zeker wel de moeite. In een gemiddeld huishouden gaat een rol ongeveer 5 dagen mee. In Nederland spoelen we 22.000 kilometer papier per dag door het toilet!

Wc-papier bestaat al lang, maar over de uitvinder is veel onduidelijkheid. Vóór de wc-rol werd een tijd krantenpapier gebruikt: de term drukwerk krijgt opeens een heel andere lading…
Sinds de ontwikkeling van de wc-rol in is niet veel meer aan het principe veranderd. Wel is de afgelopen decennia het aandeel gerecycled wc-papier flink toegenomen. Het wc-papier wordt dan volledig van oud papier gemaakt, en niet meer van hout als grondstof. Het Klokhuis laat in dit filmpje zien hoe dat gaat.

In grote delen van de wereld kan wc-papier niet door de wc gespoeld worden. In Nederland en een groot deel van Europa kan dat wel. Maar dan bedoelen ze waarschijnlijk niet de hele rol zoals op deze foto’s staat aangegeven….

En het wc-papier zelf dan? Kan dat niet gerecycled worden? Een voorzichtig: Ja, dat kan. Technisch is het haalbaar, maar of het teruggewonnen product voldoende oplevert? De eerste pilots gebeuren nu in Nederland. En het teruggewonnen papier (cellulose) wordt toegepast in onder meer asfalt.

Dus duurzamer wc-papier kopen van gerecycled materiaal kan in elke supermarkt. Ook is er wc-papier waardoor je meebetaalt aan sanitatie-projecten in het buitenland. Is het een idee om een extra scheurrandje in de velletjes te maken, zodat je beter afgepaste hoeveelheden kunt gebruiken?
En mogelijk wordt het wc-papier dat je gebruikt, in de toekomst teruggewonnen op de rioolwaterzuiveringsinstallaties. (Overigens gebruikt het toilet veel (drink)water om jouw boodschappen mét wc-papier bij de zuivering te krijgen. Ook daar valt nog wel wat op te besparen…).

Maar kan het ook anders, zijn er alternatieven?
Ja, in grote delen van de wereld wordt water gebruikt. In veel Aziatische landen vind je een soort douchekop naast het toilet of een emmer met water en een bakje. De techniek om mijzelf goed schoon te krijgen, heb ik nog niet goed onder de knie. Je begrijpt na wat pogingen wel dat je daar één hand (je rechterhand) voor eten en schone dingen gebruikt, en één hand (je linker) voor het toiletbezoek. Het schoonmaken lukt uiteindelijk wel, maar ik kan er niet aan wennen dat je niet droog kan worden. Dus dat je met een natte (onder)broek verder moet… Dat je de sproeikop dan weer niet voor andere doeleinden mag gebruiken maakt deze foto duidelijk:

wc-douche (Cambodja 2012)

In Japan hebben ze daar dan weer wat op gevonden: het toilet sproeit (verschillende standen en watertemperaturen mogelijk) je schoon EN föhnt je daarna droog. Poepen zonder handjes!
In mijn reisdagboek van mijn reis door Japan in zomer 2000 schreef ik: “ik weet nog steeds de juiste instellingen van de wc niet – ik word elke keer verrast door onprettig harde koude stralen en een te hete föhn”. (Ook schreef ik: “In het hotel zijn wc’s waar je een knop hebt om een doorspoelgeluid af te spelen. Een vreemd soort privacy.”. )

Maar om op de vraag van Kasper van der Laan terug te komen: nee, ik durf het er niet op te gokken. Jij wel?

Op de pagina beeldtaal staat onder het kopje “plee-plezier” een aantal foto’s die op of nabij toiletten zijn gemaakt. Over alles wat je niet mag volgt later nog een blog!

Sweet Lake City

Margriet van der Linden interviewde Laura H. voor de kerstuitzending van het programma Mensen met M. (KRO-NCRV uitzending 25 december 2019). De storm aan kritiek – over het gebrek aan balans in het verhaal – is nog niet gaan liggen. Met veel plezier heb ik eerder in 2019 de vierdelige podcast-serie Laura H. geluisterd, zorgvuldig gemaakt door audiocollectief SCHIK.

Het vertelt het verhaal van Laura H., ‘Jihaadbruid’, ‘IS-reizigster’ en ‘het kalifaatmeisje’ dat in 2016 met kinderen uit Syrië terug naar Nederland heeft weten te komen. Regelmatig komt het fragment van het interview op de Koerdische televisie K24 terug. Daarin zegt Laura: “I was born in Den Haag, and I lived in Sweet Lake City”. 

Sweet Lake City. Het klinkt alsof het vlakbij Salt Lake City, de hoofdstad van Utah in de Verenigde Staten, kan liggen. Maar ze doelt op Zoetermeer. De enige overeenkomst tussen die twee plaatsen blijkt dat ze belangrijk zijn voor de Mormoonse Kerk.

Bron: https://www.oudsoetermeer.nl/website/historie/polders.html 

De term Sweet Lake wordt ook door een restaurant, een woonwinkel en een autobedrijf gebruikt. Maar er is toch geen (groot) meer meer? Door aanhoudende veenontginningen is uiteindelijk het Soetermeerse meer ontstaan. Dit meer is vanaf 1614 binnen twee jaar drooggemalen, de vorm is in de verkaveling nog steeds zichtbaar.

De polder heet Zoetermeerse Meerpolder (een wedstrijdje stijlfiguren in twee woorden). Zoetermeer; een relatief jonge stad in een diepe polder (meer dan 3 meter onder NAP). Het contrast met de naastgelegen kunstmatige skihal kan niet groter zijn. Op de site van het Actueel Hoogtebestand Nederland zie je de oude droogmakerijen goed terug door de lage ligging (blauwe kleur).   

Het Soetermeerse meer (provincie Zuid-Holland) valt net buiten de kaart die Joost Jansz. Beeldsnijder (eigenlijk Bilhamer) gemaakt heeft in 1575 (heruitgave 1608) van Noord-Holland. Deze kaart dateert van voor de inpolderingen en laat een waterrijk gebied zien. Allemaal Sweet Lakes. Een kaart waar je elke keer iets nieuws ontdekt. Een verdwaalkaart! 

Wijngaardtuin Haarlem 2019

Het Noord-Hollands Archief heeft de kaart op steigerdoek laten drukken voor zijn verbouwing in 2019. Na afloop van de verbouwing heeft de kaart een tweede leven gekregen in de Wijngaardtuin in Haarlem.

De kaart trekt dagelijks voorbijgangers waarvan de armen niet lang genoeg zijn om aan te wijzen en waarvan de camera’s niet goed genoeg zijn om de details op de kaart van 3,40 m bij 2,60 m vast te leggen. Er wordt gediscussieerd over Amsterdam dat kleiner lijkt dan Haarlem, de historie van de tachtigjarige oorlog en het Spaans Beleg worden verteld, er wordt gesproken over ‘Den Ye’ dat nog niet doorloopt tot aan de Noordzee, er wordt gegokt welke kastelen nog bestaan, er wordt gemeten of De Purmer groter is dan De Wormer of andersom.

Kom je ook kijken?

© 2024 opmerkdingen

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑